In 1970 nam een nieuwe Provo partij, de Kabouterpartij, deel aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. De partij was tegen de gevestigde orde, tegen consumentisme, voor meer groen, het milieu en meer woningen.
De kabouterpartij haalde toen zo’n 11% van de stemmen.
Dat ze tegen de gevestigde orde aan schopten bleek o.a. uit het feit dat ze : wiet rookten tijdens de raadsvergaderingen, een eigen Oranjevrijstaat uitriepen, panden kraakten, eigen postzegels maakten, een eigen spelling introduceerden, eigen Kabouterkrant, etc.
Tijdens een manifestatie op 1 juli 1970 deelde zelfgemaakte bankbiljetten van tweeduizend gulden uit met als doel om het geldverkeer te ontregelen. Op dit kaboutergeld stond een afbeelding van Rembrandt van Rijn en ze waren gedateerd op 15 juli 1956.
Kortom het waren ludieke en ijverige kabouters.
Uiteindelijk viel de fractie echter door conflicten uiteen. En toen was het sprookje uit.